Cel – gedicht Cel In half ontdooide Siberische bagger liggen slagtanden van mammoeten meer dan tienduizend jaar. Continue Reading →
Gedicht ‘Ze leven nog’ Ze leven nog Tijdens ‘Herinnering Verlicht‘ op de Nieuwe Oosterbegraafplaats heb ik als Witte Dichter dit gedicht ‘Ze leven nog’ tientallen keren voorgelezen en weggegeven. Continue Reading →
Winnend gedicht ‘Kom verder’ Er gebeurde veel tijdens de Open Dag van de Volksuniversiteit, Muziek- en Dansschool en Kunstuitleen in Amstelveen. Continue Reading →
Vrijheid is geen papegaai – gedicht Vrijheid is geen papegaai Vrijheid is geen papegaai Die krijst, geen haai die bijt Omdat hij moet, omdat de hele school Het doet. Continue Reading →
Gedicht: Black Sky White – ik wil je huid voelen Black Sky White – ik wil je huid voelen Je bent kleiner dan in werkelijkheid, daardoor Lijk je groter dan in werkelijkheid, mijn vingers Missen je aanraking, mijn oog Trekt naar een trechter, een mens Verdwijnt Maar je komt er wel uit hoor Het is minder erg dan het lijkt. Continue Reading →
Nee zeggen – een gedicht Nee zeggen Tja, ik zou je graag helpen Maar eigenlijk heb ik geen tijd Ik moet nog boodschappen doen Mag ik er even over nadenken Heb je nog iemand anders op het oog? Continue Reading →
Naar zee – gedicht Naar zee Op een winderig perron naar zee verlangen, wedden dat die anders is weg van het scherm, laat de kou langs je vel vliegen, voeten afrollen landen op steen en zand, wedden? Continue Reading →
Ik ben gek – gedicht Ik ben gek Mijn hersenpan is lek Tussen twee zonnestralen Ga ik pijpenstelen halen Mensen rennen Naar binnen Schapen schuilen Ik druip, op mijn knieen Zie ik licht Spattende fonteinen Doorgestreepte struiken Ja ik ben gek Wie van druppels geniet Verdient dat het giet Continue Reading →
Zwaartekracht zuigt Zwaartekracht zuigt De beeldhouwdocent met zijn zware Amerikaanse accent. Continue Reading →
Ooit, een wollig gedicht Ooit In deze zee van wol laat ik me leiden door die kleine kapitein die keffer die bevelen geeft braaf golf ik mee van rechts naar links en terug naar rechts het lam rukt ongeduldig aan mijn spenen Ik, die beter weet sta niet aan wal maar midden tussen slaapwekkend blatende weigenoten De draden in mijn brein breien onzichtbaar een averechts patroon Ooit word ik ram of schaapshond ik blijf niet meegaan met de eb en vloed van scheepswol Continue Reading →