Ooit, een wollig gedicht

  Ooit In deze zee van wol laat ik me leiden door die kleine kapitein die keffer die bevelen geeft braaf golf ik mee van rechts naar links en terug naar rechts het lam rukt ongeduldig aan mijn spenen Ik, die beter weet sta niet aan wal maar midden tussen slaapwekkend blatende weigenoten De draden in mijn brein breien onzichtbaar een averechts patroon Ooit word ik ram of schaapshond ik blijf niet meegaan met de eb en vloed van scheepswol