Blogtekst deel drie: kleine monsters

 

Blogtekst over de achtergrond van mijn roman ‘Een veilige plek’.

Aflevering III: Kleine monsters

Sommige kinderen waren zo beschadigd, dat ze zich gedroegen als kleine monsters. Ze sloegen, beten en krabden. Ik herinner me voor altijd een incident in een speeltuin waar ook andere kinderen uit de buurt kwamen spelen. Eén van ‘onze’ kinderen stond bovenaan de glijbaan op haar beurt te wachten. Het jongetje voor haar schoot niet genoeg op naar haar zin. Daarom beet ze hem keihard in zijn arm. De jongen schreeuwde natuurlijk, hij had een gemene bijtwond.

‘Mevrouw, vindt u dat normaal?’ vroeg één van de volwassen omstanders.

‘Nee, dat is niet normaal,’ zei ik.

Meer kon ik niet zeggen. Ik kon en mocht niet uitleggen dat we recht tegenover een Blijf-van-mijn-lijfhuis zaten en dat dit meisje en haar moeder ernstig mishandeld waren. In het vervolg durfden we het betreffende meisje niet meer mee naar buiten te nemen. Eénmaal dreigde ze mij een stuk stoeptegel naar mijn hoofd te gooien. Toch probeerde ik ook haar zoveel mogelijk kind te laten zijn. Voor de meeste kinderen was Kinderwerk een veilige en gezellige plek. Dat gunde ik ook aan dit zwaar beschadigde kind en dat was niet eenvoudig. Ik vroeg me af, hoe zij verder zou opgroeien.

Solidariteit?

De vrouwen en kinderen bleven meestal een half jaar of langer. Met mijn naïeve hoofd was ik in het begin geschokt wanneer ik merkte dat vrouwen uit verschillende culturen elkaar naar het leven stonden. Er was een groep Marokkaanse vrouwen die ruzie had met een Turkse vrouw omdat ze ‘raar’ was en stonk. Solidariteit? Ammehoela. Dan was ik wel trots op de kinderen die zeiden: ‘Onze moeders hebben ruzie, maar wij spelen gewoon met elkaar.’

Frustrerend vond ik het, dat wij als kinderwerksters ons niet met de vrouwen mochten bemoeien. Het leek mij belangrijk om af en toe een praatje met de moeders van onze kinderen te maken, zodat zij hoorden wat het effect was als zij hun kinderen bij ons dropten en snel wegliepen. Maar de vrouwen waren off-limits, zij vielen buiten onze deskundigheid.


Wordt vervolgd

Posted in Blog 'Een veilige plek', home, Publicaties en nieuws | Tagged , , , , | Leave a comment

Blog aflevering II: Kinderwerk

 

Blogtekst over de achtergrond van mijn roman ‘Een veilige plek’

Deel II: Kinderwerk

Op mijn eerste dag bij Kinderwerk in het opvanghuis werd iedereen, bewoonsters en personeel, onthaald op een uitgebreide Surinaamse maaltijd. De adjunct-directeur vertelde mij dat de maaltijd een afscheidscadeau was van een dankbare cliënte. ‘Dit gebeurt niet elke dag, hoor!’ haastte hij zich het feestje te relativeren. Voor mij paste dit in het plaatje dat ik in mijn hoofd had van een goede sfeer en saamhorigheid.

Bij echt warm weer gebruikten we de brandslang om een badje te vullen op de binnenplaats

Stagiaires en Melkertbanen

Voor mijn komst draaide het Kinderwerk op drie stagiaires. Zij legden mij de gang van zaken uit. Later kwamen er twee vrouwen bij met Melkertbanen. Dat waren door de overheid gesubsidieerde banen, specifiek gecreëerd om werklozen te helpen weer aan de slag te komen. Het was de bedoeling dat wij kinderwerksters de kinderen veiligheid en een leuke tijd bezorgden. In feite waren we kinderopvang en activiteitenbegeleiding.

In de ochtend was er een peutergroep, na schooltijd kwamen de wat oudere kinderen bij ons, kinderen in de basisschoolleeftijd en af en toe een pubermeisje. Jongens van boven de dertien werden niet in de vrouwenopvang toegelaten. We knutselden, speelden en dansten met de kinderen. Met mooi weer gingen we naar een speeltuin in de buurt en af en toe maakten we een speciaal uitstapje naar de kinderboerderij, Artis of de bioscoop.

Uitstapje naar Artis. De kinderen op de foto’s zijn intussen al lang volwassen

Uit een rottige situatie gevlucht

Sommige kleintjes kwamen huilend en krijsend binnen bij Kinderwerk. Wanneer ze zich er eenmaal veilig begonnen te voelen, wilden ze bijna niet meer weg. Andere kinderen kwamen stil en teruggetrokken binnen en hadden na enige tijd het hoogste woord, of bleken onhandelbaar. De meeste kinderen waren heel gewoon, kinderen. Ze waren alleen net uit een rottige situatie gevlucht met hun moeder. En hun moeders waren niet altijd even goed in staat om voor hun kinderen te zorgen. Zij hadden even tijd voor zichzelf wanneer de kinderen bij Kinderwerk waren. Het kwam voor dat vrouwen hun kind door de deuropening duwden en snel wegliepen, het kind huilend achterlatend. Wij kinderwerksters troostten zo’n kind en vertelden dat mama echt wel terugkwam. Die kinderen waren net het contact met hun vader kwijt, en vreesden ook door hun moeder verlaten te worden.

Wordt vervolgd


Posted in Blog 'Een veilige plek', home, Publicaties en nieuws | Tagged , , , , , , , | Leave a comment

Blog: Een veilige plek, de achtergrond

 

Blogtekst over de achtergrond van mijn roman ‘Een veilige plek’.

Aflevering I: Het begin

Nu mijn roman ‘Een veilige plek’ is geschreven en de zoektocht naar publicatie begint, wil ik graag wat meer vertellen over de achtergronden van het verhaal. De roman is een verzameling fictieve verhaallijnen, gebaseerd op mijn eigen ervaringen in de vrouwenopvang. Het hoofdpersonage, maatschappelijk werkster Mara Visser, lijkt wel op mij, maar ik ben haar niet. Ook alle beschreven hulpverleners, bewoonsters van de opvang, collega’s en zelfs die grillige en tirannieke leidinggevende, Marie-Louise zoog ik allemaal uit mijn overvolle en pijnlijk kloppende duim. De ervaringen, waardoor ik zo vol en gekwetst raakte, wil ik in de komende tijd beschrijven in een aantal blogteksten. Op dit moment heb ik nog geen idee van het aantal teksten en de chronologie daarbinnen. Ik begin op een vrij willekeurig moment, dat ik toch maar ‘het begin’ zal noemen.

In de roman ‘Een veilige plek’ heb ik de waarheid gelogen over wonen en werken in een Blijf-van-mijn-lijfhuis. De waarheid wilde vreselijk graag verteld worden, het liegen was nodig om enige afstand te nemen en om echte mensen te beschermen.

Het begin

In 1996 was ik werkzoekend en kostwinner. Met losse diensten in de kinderopvang en als groepsleidster bij verschillende jeugdhulpverleningsorganisaties schraapte ik een klein inkomen bij elkaar voor mijzelf en mijn toenmalige vriend die werkloos was en studeerde. Daarnaast volgde ik een parttime opleiding aan de kunstacademie en werkte ik vrijwillig bij de inmiddels opgeheven hulplijn Vrouwen Bellen Vrouwen. Het mag duidelijk zijn dat ik toen, op mijn 36e, nog geen duidelijke richting had gekozen in mijn loopbaan. Het kan ook zijn dat de omstandigheden niet altijd hebben meegeholpen. Daarover vertel ik later misschien meer.

Feminisme

Vrouwen Bellen Vrouwen (VBV) was een feministische hulplijn, gevestigd in een zolderkamer van het Vrouwenhuis in Amsterdam. Omdat ergens bij horen nooit mijn sterkste kant is geweest, dacht ik dat het feminisme misschien iets voor mij was. Ik had er in ieder geval veel over gelezen, in allerlei Amerikaanse pockets uit tweedehands boekwinkels. Mijn collega vrijwilligers bij VBV waren divers: er was een professioneel slachtofferhulpverleenster bij en een vrouw met een dissociatieve identiteitsstoornis (DIS). Het waren allemaal vrouwen die op zoek waren naar zinvolle bezigheden voor een paar uur in de week. We werden geschoold op het gebied van gesprekstechnieken en uiteenlopende hulpvragen.

Ik ontdekte dat ik goed kon luisteren en doorvragen. Problematiek varieerde van eenzaamheid, depressie, tot psychische problemen en huiselijk geweld. Ik leerde de sociale kaart kennen om te kunnen doorverwijzen. Bij het bestuderen van de sociale kaart kwam ik een beschrijving tegen van het Eliashuis en dacht: daar wil ik werken! De precieze beschrijving ben ik vergeten, maar mijn belangstelling werd gewekt door termen als ‘leefgemeenschap’, ‘veiligheid’ en ‘solidariteit’. Het zou kunnen dat ik hiervan een te zonnige voorstelling had na al die feministische lectuur.

Kinderwerkster

Er was een vacature voor kinderwerkster. Als doctorandus in de Ontwikkelingspsychologie en met mijn ervaring in diverse kindergroepen was ik meer dan gekwalificeerd voor de functie. Ik werd aangenomen, eerst tijdelijk, daarna met een vast contract als kinderwerkster met coördinerende taken. ‘Nu hebben we een goeie,’ zei de directeur over mij.

Wordt vervolgd

Posted in Blog 'Een veilige plek', home, Publicaties en nieuws | Tagged , , , , , , , , | Leave a comment

Woordvangers – creatief schrijven met kinderen

 

Woordvangers is een naschools programma om kinderen in de basisschoolleeftijd vertrouwd te maken met creatief schrijven. Creatief schrijven is een heel andere vaardigheid dan foutloos spellen of netjes schrijven.
Woordvangers voor WordPress Linnaeusschool gr4 proeven
Kinderen vanaf groep vier leren aan de hand van zintuiglijke ervaringen te schrijven over hun eigen beleving. Een meisje uit groep vier van de Linnaeusschool uit Amsterdam Oost schreef bijvoorbeeld naar aanleiding van een smaak:

het was vies en het was
bruin en me tanden werden bruin
me tong werd bruin
en me gezicht werd rood haha
haha

Ook leren de kinderen meer hun fantasie gebruiken bij het schrijven. Dat betekent dat ze zelf dingen mogen verzinnen die niet per se echt gebeurd hoeven te zijn. Een meisje uit groep vijf koos drie woorden: Taxsi, paars en pen. Daarmee bedacht ze deze korte tekst:

ik zag een taxsi
maar geen normale
een paarse en er
was een grote pen
erop

Het gaat hier duidelijk niet om de juiste spelling of grammatica, maar juist om de vrijheid en de levende taal van het kind zelf.

Het is niet altijd eenvoudig om jonge kinderen aan het schrijven te krijgen, maar met prikkels die de nieuwsgierigheid en fantasie stimuleren én met wat aanmoediging leren de kinderen originele teksten te schrijven. Aan het einde van het programma op de As Siddieqschool in Amsterdam Noord schudde een meisje uit groep zes een heel lied uit haar mouw.

Woordvangers As Siddieq Lied Fatima

Ter afsluiting houden de kinderen een presentatie waarbij ze hun eigen teksten voorlezen en/of posters maken met bestaande en eigen teksten. Dan blijkt hoeveel zij spelenderwijs hebben opgepikt.

Woordvangers As Siddieq Ik heb geleerd

Hieronder staan nog wat foto’s die ik nam bij Woordvangers in Amsterdam-Oost en -Noord. In Oost krijgen de kinderen na afloop een diploma van de Talententent.

Wilt u ook creatief schrijvende Woordvangers op uw school? dan kunt u voor de naschoolse activiteit contact opnemen met Stichting Wijsneus (Amsterdam Noord) of Dynamo (o.a. Amsterdam-Oost). Ik wil het programma ook graag binnen schooltijd (onderschools) geven. Hierover kunt u contact opnemen met mijzelf, Mevrouw SchrijfTaal.

Woordvangers voor WordPress Linnaeusschool gr4 poster

Woordvangers voor WordPress Linnaeusschool gr4 poster2

Woordvangers voor WordPress Linnaeusschool gr4 aardige juf

Woordvangers voor WordPress Linnaeusschool gr4 diploma

Posted in home, Schrijfcursussen en workshops, Schrijfkinderen | Tagged , , , , , , | Leave a comment

Individuele coaching schrijvers en dichters

 

Individuele coaching en online feedback

Wil je dat ik je gedichten of verhalen zorgvuldig lees en van opbouwende feedback voorzie? Dan spreken we een hoeveelheid tekst af, bijvoorbeeld een verhaal of tien gedichten, waarop ik uitgebreid feedback zal geven. Individuele coaching is maatwerk. Informeer per mail naar de mogelijkheden.

Bij de Schrijven Online Academie kun je een online cursus gedichten schrijven volgen, in je eigen tempo. In de cursus worden poëtische middelen behandeld, zoals regelafbreking, beeldspraak, ritme, herhaling, rijm en klankgebruik. Na vier lessen is je dichtgereedschap flink uitgebreid.

Thuisopdrachten

Aan het einde van elke les staat een thuisopdracht. Op je uitgewerkte opdrachten geef ik persoonlijke feedback. Daarbij benoem ik sterke kanten en verbeterpunten. Aan het einde van de cursus ontvang je een rapport over je vorderingen.

Elders op deze site vind je een gedicht van een van mijn cursisten.

Posted in home, Publicaties en nieuws, Schrijfcursussen en workshops | Tagged , , , , , | Leave a comment

Incasseren kun je leren – over feedback ontvangen

‘Eerlijk gezegd heb ik het moeten leren, omgaan met kritiek,’ bekende ik aan een andere schrijfster. ‘Hoe heb je dat gedaan dan,’ vroeg ze. Mijn antwoord zou ook nuttig kunnen zijn voor andere schrijvers.
“Het is vooral een kwestie van dosering, managen en doorzetten. Ik voel een powerpointpresentatie met bullets aankomen.

Dosering: in een groep (als lid van de groep) trek ik het meestal niet. Na een aantal rot-ervaringen heb ik besloten mezelf te beschermen en me niet meer bloot te stellen aan een salvo van meningen en ongezouten kritiek. Het komt veel te veel binnen en ik kan me er niet goed tegen wapenen. Verder probeer ik mijn critici zorgvuldig uit te kiezen. Het liefst mensen die ik vertrouw, die naar mijn idee iets te melden hebben en zorgvuldig zijn. Dat wil dus niet zeggen dat ik geen (negatieve) kritiek kan verdragen. Het gaat om de mate waarin en misschien nog wel belangrijker: de toon! C’est le ton qui fait la musique, n’est-ce pas?

Managen: het is sowieso een kwestie van dosering. Hoeveel kan je verstouwen? Neem afstand, trek je terug als het even genoeg is. Let op signalen zoals hoofdpijn of irritatie. Kies je critici zorgvuldig, stel je werk niet bloot aan mensen van wie je al weet dat zij de botte bijl altijd hebben klaarliggen. Verder helpt het heel erg om om gerichte feedback te vragen, zoals: wat vind je van dit of dat personage, of van het perspectief? In veel gevallen voorkom je dan een hagel van ongeleide projectielen!

Doorzetten: het is hetzelfde als bij het hele schrijfproces: oefening baart kunst. Door veel kritiek te incasseren – liefst genuanceerd natuurlijk – ben ik er uiteindelijk beter tegen bestand geraakt. Echt een dikke huid zal ik nooit krijgen, maar ik heb geleerd om veel kritiek naast me neer te leggen, omdat die geen hout snijdt of omdat ik er niet om gevraagd heb. Ongevraagde adviezen zijn vaak ondoordacht (denk gerust: dom!) Ik loop niet naast mijn schoenen, maar door veel ervaring is mijn zelfvertrouwen gegroeid. Schrijven is een doe-woord! Stoppen met schrijven is de enige manier om te falen.*

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

*Ik lees graag de tweets van Jon Winokur, @AdviceToWriters, voor intelligente adviezen en reflecties over schrijven. Meestal zijn het citaten van bekende schrijvers en vaak glimlach ik van herkenning als ik ze lees.”

Posted in home, Publicaties en nieuws, Schrijfcursussen en workshops | Tagged , , , , , , | Leave a comment

Procrastineren, moet je dat afleren?

 

Procrastineren, moet je dat afleren?
Van de lat, de stok en de boog

Vanuit het schrijfhuis, Wamel, maandag 3 augustus 2015, aangepast te Amsterdam op maandag 22 augustus 2016

Streng regime

Er was een tijd dat ik dacht dat een échte schrijver dagelijks minstens acht uur achter zijn bureau zat te werken. Een echte schrijver begon al voor dag en dauw of ging tot diep in de nacht door. Ik was nog niet bekend met het verschijnsel procrastinatie of uitstelgedrag. Zolang ik mezelf geen streng regime oplegde, mocht ik me geen schrijver noemen.

Op die manier lag de lat voor mij onbereikbaar hoog. In de eerste plaats ben ik zonder dringende verplichtingen zelden voor tienen wakker, in de tweede plaats schraap ik een bescheiden inkomen bij elkaar met ander werk en in de derde plaats lukt het me zelden om meer dan twee uur op een dag te schrijven, ook op die zeldzame dagen dat ik geen verplichtingen heb. Volgens mijn eigen criterium zou ik mezelf hooguit parttime schrijver mogen noemen.

Stokken en ellebogen

Hoe pakken fulltime schrijvers dat aan, hoe delen ze hun tijd in, hoe verwerven ze hun inkomen? Ze zijn toch niet allemaal gepensioneerd of in het bezit van een werkende partner? Er zijn er maar een paar die van de opbrengst van hun boeken kunnen leven.

De stok achter de deur is een manier om meer tot schrijven te komen. Ik houd van schrijfopdrachten, en nog meer van schrijven in opdracht. Schrijven in opdracht gaat altijd vlotter omdat er iemand op de tekst zit te wachten en omdat er na afloop een – bescheiden – beloning wacht.

Maar voor romanschrijvers en dichters is er geen stok achter de deur. Het literaire veld is er een vol ellebogen en vol stokken om je eruit te slaan. Ik aarzel steeds om me op dat terrein te begeven. Als ik af en toe om het hoekje kijk, zie ik vooral ontmoediging en afgunst, geen aanmoediging.

Vervelende klussen hebben meer aanhiktijd

Als ik de lat en de stok even laat voor wat ze zijn, is daar altijd nog de boog om over te tobben. Hoe lang kan die gespannen staan en wat is dan het rendement? Hoe heerlijk het ook is om in geschrijf te verdwijnen en met een stuk tekst voor de dag te komen, schrijven kost energie. De hersens hebben brandstof nodig om te kunnen werken. Dit heb ik heel lang onderschat.

Mijn misvatting was dat je van leuke dingen doen altijd energie krijgt. Dat je daarna altijd verfrist met nieuwe impulsen aan de slag gaat. Dat is maar gedeeltelijk waar. Het lichaam én het denkhoofd hebben echt regelmatig rust nodig om te kunnen blijven werken, hoe leuk en bevredigend het werk ook is. Het verschil zit erin dat vervelende klussen meer aanhiktijd hebben en vermoeiender zijn.

Uitrusten en jezelf belonen

Om in balans te blijven moet je na elke bevredigende activiteit ook rusten. Tevredenheid oogsten, jezelf belonen met een kop koffie, of een dom spelletje doen om je hoofd leeg te maken. Ik kan je ook aanraden om zijpaden te bewandelen, zoals toegeven aan de zin om een gedicht te schrijven of een stukje over uitstelgedrag. Voer vooral gesprekken met vrienden en wissel van gedachten met andere schrijvers.

Het is allemaal research

Lezen, films en series kijken: het is allemaal input, ik noem het research. Ik luister gesprekken af, ik wandel en fotografeer om indrukken te verzamelen voor de databank in mijn hersenen. Die zit vol informatie, dialogen, beelden en stemmingen om uit te putten voor een boek of verhaal. Het grootste gedeelte blijft ongebruikt, net zoals het grootste deel van ruwe teksten ongebruikt blijft. Het rendement aan publicabele tekst is dus laag. Toch zijn al die inspanningen en al dat materiaal belangrijk voor de databank in je hoofd, de compost waaruit teksten groeien. Een vriend van me zei het simpel: ‘Je kunt wel de hele dag met schrijven bezig zijn, maar niet de hele dag zitten schrijven.’

Lekker tijd verklooien

Zo zit dat. Vanaf nu voel ik me minder schuldig als ik in plaats van te schrijven een stom spelletje zit te doen terwijl er allerlei diepzinnige gedachten door mijn hoofd gaan. Mijn hoofd verwerkt en broedt, terwijl mijn ogen en handen iets anders doen. Ze hebben het nodig. Lekker blijven teuten en tijd verklooien hoort allemaal bij het schrijfproces. Procrastineer je suf, hik aan tegen schrijven, tot je wel weer moet schrijven. Op dat moment is de batterij is opgeladen en kan weer energie afgeven om te schrijven.

 

Posted in home, Publicaties en nieuws | Tagged , , , , | Leave a comment

Vrijheid is geen papegaai – gedicht


Vrijheid is geen papegaai

Vrijheid is geen papegaai
Die krijst, geen haai die bijt
Omdat hij moet, omdat de hele school
Het doet. Niet allemaal hetzelfde
Verenpak omdat het in de mode is
Dat is het niét.

Vrijheid is geen papegaai
Wat doe je als er niemand is
Die je vertelt wat je moet doen?
Wat doe je dan? Doe je dan iets?
Of doe je niets? Is vrijheid saai?

Vrijheid is geen papegaai
Het is een heel karwei, ik vind
Een vodje uit een kinderschrift
Er staat dat vrijheid voor iedereen
Iets anders is. Dat is het wél

Zeg mij nu na:
Vrijheid is geen papegaai.
Vrijheid is geen papegaai
Vrijheid is geen papegaai


Dit gedicht schreef ik speciaal voor de Dodenherdenking bij het monument op de Kamperfoelieweg in Amsterdam Noord. Het was fijn om aan deze herdenking deel te nemen. Er werden teksten voorgelezen en liederen gezongen. Aan de rand van het grasveld zaten zes voetballertjes. Ik hoorde hen nazeggen: ‘Vrijheid is geen papegaai.’ Later droegen zij samen een krans naar het monument.


Posted in Poëzie, Publicaties en nieuws | Tagged , , , | Leave a comment

De facebookpagina van Mevrouw SchrijfTaal


Mevrouw SchrijfTaal heeft sinds kort een facebookpagina waarop ze informatie post over schrijfcursussen, workshops en andere schrijfactiviteiten. Het is fijn als je deze pagina en berichten het duimpje geeft. Dat kan als je op deze link klikt.

Ik neem hier een korte tekst over die ik daar plaatste na een bezoek aan mijn ouders.

Mijn vader is voor het grootste deel van de tijd in zijn eigen hoofd verdwenen. Hij fleurt alleen even op als ik hem wat foto’s laat zien van de kamelentocht die ik afgelopen kerst gemaakt heb. En als ik hem een knuffel geef. Verder valt er niets meer te zeggen. Mijn moeder zegt dezelfde dingen die ze al vele malen door de telefoon heeft gezegd. Ik bedwing de neiging om in mijn smartphone te vluchten en maak foto’s. Er moet iets zijn waar ik blij van word. De glimmende roestvrij stalen theepot, de lieve oude poes.

‘Ze worden gemiddeld elf tot dertien jaar, deze katten. Het is een Britse korthaar. Ze is al zestien, dus … Ik hoop elke dag dat ze vredig inslaapt, maar ik kan haar nog niet missen. Het is mijn kind.’
‘Ik ben je kind.’
‘Wat zal ik haar missen als ze er niet meer is. Het is mijn kind.’
‘Dat zal verdrietig zijn, ja,’ antwoord ik voor de honderdste keer.

Ik ga naar huis met in mijn tas drie onderlakens, een pepermolen, twee mandarijnen, een banaan en geld voor de trein. Voor de duizendste maal prent ik mezelf in dat liefde bij ons thuis altijd in materiële zaken wordt uitgedrukt.


Posted in home, Verhalen | Tagged , , , | Leave a comment

Gedicht: Black Sky White – ik wil je huid voelen


Black Sky White – ik wil je huid voelen

Je bent kleiner dan in werkelijkheid, daardoor
Lijk je groter dan in werkelijkheid, mijn vingers
Missen je aanraking, mijn oog
Trekt naar een trechter, een mens
Verdwijnt

Maar je komt er wel uit hoor
Het is minder erg dan het lijkt. In zo’n gat
Verdwijnen we allemaal wel eens, ons lichaam
In de grond, zaad in de baarmoedermond
In een wormgat alsof je sterft

Van buitenaf lijkt het erger omdat een mens
Je hand weigert
Je komt er wel uit, hè?
De zwaartekracht zuigt harder

Van binnenuit lijkt het erger omdat die kracht
Harder trekt dan je wil. In de tussentijd
Doe je wat je kunt, blauw zien
En goud. In dat kader wil ik je huid voelen
Je moet gewoon aan iets leuks denken
Kijk maar: daarachter is de lucht wit

Het lijkt erger dan het is
Je komt er wel weer uit toch?
Toch?

En hoe ruik je eigenlijk?


Gepubliceerd in: De Vallei XXIII
De volledige publicatie staat hier als pdf.

Samenstelling Antoinette Sisto
V.u. François Vermeulen
Een Eigen-Zinnige uitgave oktober 2014
Beeldend werk: Els Brouwer


Posted in Poëzie, Publicaties en nieuws | Tagged , , , | Leave a comment