Odipuc, of: de slag om het hart
Hij spiegelt zijn lievere broertje
met pijlen, gedoopt in venijn
mikt op verongelijkte harten
en schiet. Raak
Woedend weet een mens niet
wat hem treft. Witheet verkleurt
zijn hart in eeuwige razernij
Levenslang hangt het onomkeerbaar
ondersteboven, ziet overal vijanden buiten
blind voor zijn wonden binnen
door een pijl van Odipuc
gedoopt in venijn
Odipuc, o Odipuc
waar is je broertje gebleven?
zoek in de spiegel en laat hem
jou beschieten, je hart omkeren
alleen dan komt het goed
Woensdag 1 november las ik op twee Amsterdamse begraafplaatsen gedichten voor rouwende mensen. Er ontstonden mooie gesprekken. Het gedicht Moederkind schreef ik kort geleden. Ik weet zelf nog niet of het al af is, maar het kwam wel aan bij mensen.
Op de Noorderbegraafplaats
Een vrouw die alleen zat op de Nieuwe Noorder is me het meest bijgebleven. Stilletjes ging ik naast haar zitten en vroeg of ze behoefte had aan een gedicht. Op een beeldscherm kwamen foto’s van pas overleden mensen voorbij. Daarbij een van haar man, gezeten op een bank in de open lucht. ‘Sorry,’ zei ze, ‘Ik zit nog erg hoog in mijn verdriet.’ ‘Natuurlijk,’ zei ik. We raakten in gesprek, van de overleden partner kwamen we op onze moeders. We hadden allebei graag een lievere moeder gehad. Uiteindelijk las ik Moederkind voor. ‘Dat is míjn verhaal.’ zei ze. Ik las de laatste regels:
Ik weet nog niet of ik haar ga missen
‘Dat gá je’ zei ze. Ik vroeg of zij haar moeder miste. ‘Ja. Bij haar uitvaart heb ik heel hard gehuild. Het was een grote ontlading.’ Ik liet haar verder rouwen om haar partner. Het gesprek had haar echt goed gedaan. Mij ook. We hebben elkaar even aangeraakt.
—-
Moederkind
Ze is er nog, elke dag jonger en zachter een kind dat huilt om haar moeder
Er was altijd een gat een bomkrater haar vader, de oorlog altijd die oorlog
Ze verdwijnt. Haar ogen haar handen, de haarborstel nu kan ze er echt niets meer aan doen
Ze krimpt verder straks een baby dan helemaal verdwenen ik weet nog niet of ik haar ga missen
Vinvol
Een meisje verdween
geleidelijk in een steen
raspte een staart, vijlde vinnen
kraste kieuwen, schuurde schubben
kwastte stof weg
Een visje verscheen
in haar handen
ze werd het visje, school
in haar schepping
Een ongeluk
iemand legde zijn bril weg
zij het visje
ze stootten elkaar aan
de staart brak
af - in stukjes
Verdrietig visje
gebroken meisje
Lijmen zei iemand - dat hielp niet
ze kocht een andere steen
zocht een nieuwe vorm
Oktober 2023 gepubliceerd in bundel ‘Betekenis’ n.a.v. dichtwedstrijd Singelgedichten van de Doopsgezinde Kerk Amsterdam
Ik haal het uit mijn tas en leg het alvast op het zijtafeltje. Het mag pas gevonden worden nadat ik ben uitgestapt. Liefst niet door een schoonmaker die het weggooit. Of dat het terechtkomt in een depot voor gevonden voorwerpen. Ik wil niet dat iemand ziet dat ik het achterlaat. Geen goedbedoeld: ‘Mevrouw u bent iets vergeten.’
Ik schrijf graag in de trein. Onderweg zijn geeft mijn gedachten richting en zet mijn pen in beweging. Ik kijk uit het raam naar het Amsterdam-Rijnkanaal. In tegengestelde richting vaart een blauw schip met witte kapitalen: GOOD FUELS – A BETTER WORLD – GOOD FUELS. Alle bedrijven zijn duurzaam tegenwoordig. Zeggen ze zelf. De man tegenover mij leest de NRC. Ah, een kwaliteitslezer, zei degene die mij een abonnement aansmeerde. Dat was een geslaagde stroopsmeeractie. Ik heb die krant jaren gelezen.
Nu zet ik het onopvallend tussen mijn rug en de zitting van de stoel. Een omgekeerde dief ben ik. Waarom geef ik het niet direct aan de krantenlezer? Te persoonlijk.
We glijden Utrecht binnen, de fabrieken, de ateliers aan de rand van de stad. Ik pak mijn spullen in en wacht tot de man is uitgestapt. Dan pas sta ik op en verlaat de coupé. Iemand tikt mij op mijn schouder: ‘Is dat boek van u?’
Ik bloos. Betrapt. ‘Nee,’ zeg ik, ‘het lag er al’.
Binnen, bij het kleien zit ze met andere meiden te geiten. Ze is acht en heeft een vrolijke, tikje ondeugende blik, Dunya. Na afloop waaieren de kinderen uit over het speelterrein en kijken wat er in de moestuinbakken gebeurt. Dunya blijft bij mij hangen en bevraagt me. Ze kan niet geloven dat ik niet getrouwd ben. ‘Woont je moeder dan bij jou?’ En wat ik vanavond ga eten. ‘Wat is een vegaburger?’ Of ik kebab ook lekker vind.
We kijken samen naar de planten en ik vertel erover. Er zitten al peulen in de tuinerwten. We zoeken samen naar dikke, met erwtjes erin. Ik laat haar proeven, we snoepen samen van de zoete erwtjes. Ik stop één kort, dik peultje in mijn broekzak. Ik vertel haar over de limonadeplant die nu in bloei staat. Laat haar ruiken, ook van de bieslook, citroenmelisse en munt. ‘Als ik jou niet kende, zou ik niet zoveel van plantjes weten.’ Ze maakt mijn dag.
Ik geef haar het peultje uit mijn broekzak. Wanneer ik naar huis ga, stopt ze mij heimelijk het allerlaatste zoete erwtje toe.
Bloeiende tuinerwt
Toelichting: naast mijn werkzaamheden als schrijver en docent geef ik ook natuur- en milieu-educatie aan kinderen in de basisischoolleeftijd. Ik noem mezelf dan Juf Natuur. Juf Natuur en Mevrouw SchrijfTaal vragen allebei veel aandacht. Zóveel dat ik heb besloten de activiteiten als Juf Natuur geleidelijk af te bouwen. Geleidelijk, omdat het lastig is de knoop door te hakken. In de natuuractiviteiten kan ik veel liefde voor natuur en kinderen kwijt, én creativiteit. Het verhaaltje is daarvan een voorbeeld. Toch lijkt het me heerlijk om me helemaal op schrijven en schrijfgerelateerde zaken te kunnen concentreren. Wat een rust en inspiratie zal dat geven!
Ik ben een rijkgevulde soep
gebruik alles, verspil niks
slappe sperziebonen
broccolistronkjes
de overgebleven kleur
van een paprikastoplicht
make do with what you ‘ve got
ook als je arm bent
de inflatie te hoog is
gooi niks weg
gebruik wat er is
optelsoep is mijn liefste
mijn liefste naam
zijn verloofde kookt ook
uit alle hoeken van de keuken
verspilt niks, gebruikt alles
makes do with what she’s got
Wilma van den Akker 2023
Turn on the eighties
Naast vragen op de tentamentafel
een rechthoekig blikje, blauw,
afgeronde hoeken - halfzware
Samson een leeuw van een shag
en een aansteker. De zaal gevuld
met doemdenken en rookwolken
Eén langharige vrouw stond op
voor een rookvrije zaal
een antirookzeur vonden wij
in de jaren dat ik student was
In de jaren twintigtwintig zijn we
bijna allemaal uitgerookt
en klimaatdrammers
Ik geef les aan studenten
op elke tafel een waterfles
en een rechthoekig voorwerp
met afgeronde hoeken
Samsung, join the flip side
Toelichting: in de afgelopen periode mocht ik poëzielessen geven aan studenten, bij CREA. Het was een inspirerende en gemotiveerde groep. Door deze ervaring werd ik teruggeslingerd naar mijn eigen studietijd (1982 – 1988). Daar kwam dit gedicht van.
Monument aan de Meteorensingel in Tuindorp Oostzaan
In april gaf ik lessen over poëzie en herdenken aan kinderen uit groep acht in Amsterdam Noord De lessen gaf ik in opdracht van het plaatselijke comité 4 en 5 mei. Het waren intensieve lessen. Aan de hand van foto’s praatten we over wie of wat je allemaal kunt herdenken. Veel kinderen vonden het lastig om zelf een onderwerp te kiezen. Ik probeerde ze bij te brengen dat poëzie ook over vrijheid gaat, vrijheid om te spelen met taal en om je eigen onderwerp te kiezen. In elke groep ging een handvol kinderen met gloeiende wangen aan de slag. Die waren in hun element. Sommige kinderen zaten te ploeteren, andere letten niet op. In een ‘pittige’ groep bleek veel verdriet te zijn, om een neef, een broertje en een moeder. Een jongen werd de klas uitgestuurd door de meester. Ik trof hem pennend in de gang. Mocht ik lezen wat hij had geschreven? Het waren emotionele zinnen over een vriendje van vroeger. Er vloeiden tranen. Dat was goed.
‘Herdenk Henk’ schreef iemand. Dat ging over de conciërge, een aardige man die ik hier in het dorp af en toe tegenkwam. Ik wist niet dat hij overleden was.
Ik had verwacht dat er veel over Oekraïne gepraat zou worden. Dat was niet zo. Een jongen zei: ‘Iedereen praat over Oekraïne, maar er zijn meer oorlogen aan de gang.’ Ik gaf hem gelijk.
Er werden blaadjes volgeschreven en verfrommeld, er werd gegumd en gekrast. Er werden prachtige en onbeholpen gedichten ingeleverd over opa’s en oma’s. Een jongen schreef over zijn opa: ‘Je zat met je slipper achter mij aan / het spijt me dat ik stout was’. Hij wilde deze indrukwekkende regels toch niet gebruiken. ‘Ik wil niet dat ze slecht over opa denken.’
Er werden huisdieren herdacht en zelfs een plant:
‘Ik wilde zo graag een avocadoplant kweken, maar hij viel van de kast.’
Een meisje zag zichzelf al haar gedicht voorlezen op de Dam. Ik legde haar uit waar informatie staat over de landelijke wedstrijd.
Op 4 mei stond ik tussen buurtgenoten bij het monument aan de Meteorensingel. Na twee coronajaren konden we weer bij elkaar komen om te herdenken, ieder op zijn eigen manier. Het was extra mooi door de dappere kinderen uit groep acht die hun herdenkingsgedicht voorlazen. Ik bedacht niet voor de eerste keer dat poëzieles over veel meer gaat dan wie het mooiste gedicht schrijft.
Poëzie op de stoep #PODS is een initiatief van Stichting Granate. Na twee eerdere edities in andere delen van Amsterdam kwam tot mijn blijdschap Noord aan de beurt. Ik schreef speciaal voor dit project een Perzisch kwatrijn. Deze vorm was ingegeven door de beperkingen van de opdracht: maximaal vier regels van maximaal vijf woorden. Een kwatrijn is een vierregelig gedicht met rijmschema abaa. Inhoudelijk wilde ik geluiden van Noord in het gedicht verwerken: de scheepsbouw van vroeger en de bouwwerkzaamheden van het heden. Dit werd het:
Wat je in Noord hoort
zijn klanken die klinken zoals
vroeger klanken klonken, want Noord
is voor altijd een werkwoord
In totaal werden tien geselecteerde gedichten in Tuindorp Oostzaan op de stoep gekalligrafeerd. Er werd gebruik gemaakt van grote sjablonen.
Het sjabloon van mijn gedicht
In de omgeving van bushalte Meteorensingel kun je de gedichten lezen tijdens een kleine rondwandeling. Zo ziet mijn gedicht er nu uit:
Bekijk hier de boektrailer van mijn roman ‘Een Veilige Plek’. De video geeft een indruk van het verhaal over Mara, maatschappelijk werkster in een Blijf-van-mijn-lijfhuis.
Ik hoop dat je nieuwsgierig bent geworden naar het hele verhaal. Een Veilige Plek gaat niet alleen over de belevenissen van Mara op het werk en privé, er zijn ook verhalen in verwerkt van bewoonsters van ‘Blijf’. Alles is losjes gebaseerd op de werkelijkheid. Een Veilige Plek is hier te koop, maar je kunt het boek ook bij je lokale boekhandel bestellen. Boekhandels bezorgen met alle liefde, zeker nu de winkels gesloten zijn.
Veel dank aan Brigitte Bélanger (For Your Screen Only) voor video en montage en Esther Sloots die de rol van Mara speelde. En aan mezelf in de rol van scriptschrijver, producent, locatiescout, regisseur en troubleshooter in coronatijd. Er is altijd iets te leren.
Meer nieuws: tipartikelen op Schrijven Online
Heb je zelf een idee voor een roman, maar weet je niet hoe je moet beginnen? Als schrijfster en docente leek het me een goed idee om mijn ervaringen met jullie te delen. Momenteel loopt er een serie tipartikelen van me op Schrijven Online. De eerste twee afleveringen zijn al verschenen. Het artikel over voorwerk en beginnen met schrijven vind je hier, en dat over herschrijven en doorzetten hier. De volgende afleveringen gaan over manuscriptbegeleiding, publiceren en over promotie. Doe er je voordeel mee!
Herschrijven, je kunt er maar beter plezier in hebben
Lees ook mijn blog over de achtergrond van Een Veilige Plek. Ik vertel erin wat mijn persoonlijke ervaringen zijn als hulpverleenster in de vrouwenopvang. Ik heb er dertien jaar gewerkt in verschillende functies. Achteraf was dat genoeg research om er een boek over te schrijven.
Monument aan de Meteorensingel in Tuindorp Oostzaan