Een fragment van mijn roman in wording

 

Laat haar maar stikken

Koos is al naar zijn werk en Mara slaapt nog diep. Ze droomt dat ze door een tunnel loopt, waar het licht zich met moeite verspreidt. Onder haar voeten kraken brekende schelpen, nee wacht, het zijn zee-egelskeletjes. Uit de wanden van de tunnel steken wortels, die haar proberen vast te pakken. Het zijn tentakels met vingers en zuignappen. Ze waant zich in een binnenstebuiten gekeerd koraalrif. De zacht gloeiende, donkere kleuren zijn fascinerend. Ze wil zich laten meevoeren met die donkerrode, paarse en groene armen. Ze zakt er langzaam in weg.
Een zoemend geluid bereikt haar oren. Er zwemt een vis voorbij, met lichtgevend groene ogen. De vis trilt in het ritme van het gezoem, de groene ogen knipperen. Mara staart in die ogen, terwijl er zich armen om haar heen slaan. De armen zijn zacht en sterk tegelijk en hebben geen vingers, maar ogen. De ogen bekijken haar traag knipperend van top tot teen. ‘Paarse sokken, tsssk,’ lispelt een stem. Ze kijkt terug, speurt de ogen af op sporen van afkeuring. De ogen blijven traag knipperen en spreken niet. De omhelzing wordt steviger. Ze zal nog verdrinken in die armen en in die waterogen. Het kan haar niets schelen. Laat haar maar stikken.
Het gezoem houdt niet op. Mara wordt half wakker, maar krijgt haar ogen niet open. Naast het bed ligt haar telefoon te zoemen en te knipperen. Ze probeert haar arm in die richting te brengen, maar het lukt niet. Ze valt weer in slaap.
Uren later klinkt het gezoem opnieuw. Mara neemt op en hoort de stem van Marie-Louise: ‘Waar was je nou, Mara? Je zou vandaag naar het werk komen. Dit kan zo echt niet hoor.’
‘Is het al donderdag dan?’

Toelichting bij dit fragment: tussen lessen en andere activiteiten door schrijf ik een roman. Daarvoor is rust in mijn hoofd nodig en een lege agenda. Dat schrijfproces verloopt dus langzaam en met tussenpozen. Maar die roman zal er komen. Kortgeleden nam ik de trein naar Hilversum om naar ‘Shut up and write‘ te gaan bij Zinexprez. Er was een uurtje rust en ik schreef een eerste versie van het fragment hierboven. Het wordt opgenomen in mijn roman. Of niet, want schrijven is een langzaam proces, met tussenpozen. En er wordt veel geschrapt.

Je mag reageren, graag zelfs!

About Wilma

Mevrouw SchrijfTaal heet in werkelijkheid Wilma van den Akker en is schrijfster en docent. In 2008 verscheen haar poëziebundel Nageljongenstraat. In 2010 richtte zij SchrijfTaal op. In 2014 schreef zij (in opdracht) 'Wij van Jaargang 1965'. In 2020 kwam haar roman ''Een Veilige Plek' uit. Zij geeft schrijfcursussen en online schrijfbegeleiding aan uiteenlopende doelgroepen. Specialisme: poëzie.
This entry was posted in Verhalen and tagged , , , , . Bookmark the permalink.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *